ERDÕS Renée
|
Handtekening van Erdõs Renée. |
Biografie:
Geboren: 7 mei 1879 (Érseklél, Hongarije)
Als: Ehrental Regina
Overleden: 9 juli 1956 (Budapest, Hongarije)
Hongaarse schrijfster, de eerste vrouw die kon leven van het schrijven.
Erdõs Renée werd in een arme Orthodox Joodse familie in Érseklél geboren als Ehrental Regina. Érseklél is gelegen in het comitaat Komárom dat deels Hongaars, deels Slowaaks is, en door de Donau in twee wordt gesneden op de landsgrens in het noorden van Hongarije. Zoals zoveel tijdgenoten verhongaarste zij haar naam en ging later ook over tot het katholicisme. Zij was het zevende kind in het gezin en trok naar Budapest waar zij actrice wou worden. Zij kwam er echter in aanraking met het schrijversmilieu en waagde zich zelf ook aan het schrijven van poëzie. Zij had succes en bereikte de kolommen van gerenommeerde tijdschriften. Al gauw maakte zij deel uit van de literaire scene, sloot vriendschappen en soms ook relaties met schrijvers en invloedrijke politici. Erdõs oogstte succes met haar gedichten en columns waarin zij haar eigen verlangens naar liefde en evenwichtige (seksuele) relaties tussen man en vrouw onder woorden bracht.
Tot haar vriendenkring behoorden ondermeer Molnár Ferenc, Szabó Ervin, Bedőházyné Héczey Erzsébet en Kaffka Margit. Zij had een korte verhouding met Jászi Oszkár in 1904 en was geruime tijd de minnares van Bródy Sándor, een Hongaars dichter, schrijver en journalist (° Eger, op 23 juli 1863, en † Budapest op12 augustus 1924). Toen deze in 1905 een zelfmoordpoging deed, werd Renée, die kort tevoren wegens het vele overspel van Sándor een einde had gemaakt aan hun knipperlichtrelatie, door de hele goegemeente daar verantwoordelijk voor gehouden. Er werd een enorme publieke hetze tegen haar ontketend. Zij ging er geestelijk bijna onderdoor, maar vond heil in een klooster in Rome, waar zij jarenlang zou blijven.
In 1913 trouwde met Fülep Lajos (een Hongaars historicus moderne kunst, auteur en professor, ° Budapest, op 23 januari 1885, en † Budapest, op 7 oktober 1970) met wie zij twee kinderen kreeg, Veronika (°1915) en Kornélia (°1918). Zij scheidden in 1918.
Op het ogenblik dat haar man het huis verliet in de lente van 1918 was zij zwanger van haar tweede kind. Na de bevalling kreeg zij echter een trombose en een longembolie, waardoor zij drie maanden in het ziekenhuis diende te blijven en pas na een jaar nauwelijks opnieuw kon lopen.
Haar laatste jaren bracht zij in nederige omstandigheden door in eenzaamheid; zij overleed op 9 juli 1956 in Budapest op 77-jarige leeftijd.
|
|
|
|
Jászi Oszkár, met wie Renée een verhouding had. |
Bródy Sándor, haar minnaar. |
Erdõs met haar twee kinderen, Kornélia (links) en Veronika. |
Fülep Lajos, haar latere echtgenoot. |
Interessant is dat Erdõs na de Eerste Wereldoorlog terug wist te komen als schrijfster en een aantal succesvolle romans schreef, waarmee zij in 1926
een huis kon aanschaffen; zij kon leven van haar werk. In deze prachtige villa in Rákoshegy, in het oosten van Budapest, XVII. kerület a Báthory u. 31, is nu een museum gevestigd, het Erdõs Renée Ház Muzealis Gyütemény és Kiállitóterem (Renée Erdõdmuseumcollectie en galerie). Erdõs woonde er van 1927 tot 1944 en beleefde er de gelukkigste fase van haar leven. Ten tijde van de Jodenvervolging in Hongarije in de oorlogsjaren hield zij zich schuil op het platteland. Daarna zou zij nooit meer terugkeren naar haar huis.
Hoewel haar boeken haar de nodige openbare kritiek opleverden, waren zij mateloos populair bij jonge vrouwen, die ze, verstopt onder hun kussen, verslonden. Haar bekendste roman is 'A nagy sikoly' (De grote kreet). De titel van het boek doet denken aan de spanning van het speuren in het verleden en het ontwarren van de kluwen van draden uit het verleden.
Haar boeken zijn bijzonder interessant vanwege het tijdsbeeld van de vroege twintigste eeuw bezien vanuit de ogen van een vrouw met artistiek en zakelijk succes.
In die tijd werden alle exemplaren van de boeken van Erdõs Renée overigens gesigneerd verkocht (iets voor verzamelaars).
|
Erdõs Renée op oudere leeftijd. |
|
In 2016 kwam een geromantiseerde biografie uit over Erdõs Renée (Egy szabad nõ, Erdõs Renée regényes élete - Een vrije vrouw, een leven als in een roman) geschreven door Menyhért Anna (° Budapest, 29 januari 1969). |
Oeuvre
- Leányálmok (gedichten, 1899)
- Versek (gedichten, 1902)
- Jöttem hozzátok... (gedichten, 1909)
- Aranyveder (gedichten, 1910)
- János tanítvány (drama, 1911)
- Sibyllák könyve (gedichten, 1918)
- Ősök és ivadékok (roman I-IV., 1920–1929)
- Egy perccel alkonyat előtt (gedichten, 1921)
- Santerra bíboros (roman, 1922)
- Római levelek (1922)
- A nagy sikoly (roman, 1923)
- Assisibeli zsoldos (drama, 1923)
- Báró Herczfeld Clarisse (Végzetes vonzalom, roman, 1926)
- Lavinia Tarsin házassága (roman, 1927)
- Az indiai vendég (roman, 1929)
- Brüsszeli csipke (roman, 1930)
- Emlékeim (1931)
- Hajnali hegedűszó (roman, 1933)
- Összegyűjtött művei (1933)
- Árgirus (roman, 1937)
- Szemünk fénye (roman, 1939)
- Édes Rosamunda (roman, 1941)
- Lysias (roman – Réz Bálint álnéven, 1943)
- A csukott kert (gedichten, 1945)
- Gránátvirág (roman, 1945)
- Antinous: Egy szerelmes nyár története (roman,postuum gepubliceerd, 1990)
- Sába királynője (roman - Réz Bálint álnéven) Palladis Rt., Pengős könyvek, 1935-39
- Számos írás a Temesvári Hírlap 1927–1930
|
|
|
|
|
A nagy sikoly (1923). |
Végzetes vonzalom (1926) |
Az indiai vendég (1929). |
Brüsszeli csipke (1930). |
Édes Rosamunda (1941). |
|
|
|
De voormalige woning (thans museum: Erdõs Renée Ház Muzealis Gyütemény és Kiállitóterem) van Erdõs Renée in Rákoshegy. |
Het graf van Erdõs Renée op het Farkasréti kerkhof in Budapest. |
Pagina geïnspireerd door, en gedeeltelijk gebaseerd op, een artikel over Kaffka Margit in het tweetalig magazine 'Most Magyarul!', nummer 50 (voorjaar 2010). |
|